‘Hele fijne manier van samenwerken’

Datafuel

Binnen Data Fuel werkt Portbase, samen met de havencommunity, aan verbeteringen die moeten bijdragen aan een slimmer en daarmee efficiënter te organiseren achterlandtransport. Namens Transport en Logistiek Nederland (TLN) stond Jeroen de Rijcke, deelmarktsecretaris van de Alliantie Zeecontainervervoerders (AZV), mede aan de basis van dit ambitieuze programma. Hij schijnt zijn licht op wat er inmiddels is bereikt en wat er nog nodig is om stappen te kunnen blijven zetten in de Nederlandse havens, als het gaat om het optimaliseren van logistieke ketens aan de hand van data. 

De afgelopen jaren zijn de volumes in de Nederlandse havens flink toegenomen. Aanzienlijk grotere zeeschepen zorgen bovendien voor een enorme piekbelasting bij de terminals. Het maakt dat gewilde tijdsloten snel vollopen en congestie in de haven aan de orde van de dag is.

Vijf aandachtspunten

Met het ambitieuze programma Data Fuel werkt Portbase, samen met de havencommunity, aan een oplossing voor deze ongewenste situatie in de Nederlandse havens. Vijf aandachtspunten – vijf V’s – staan hierbij centraal:

  • Verbetering, door het gebruiksgemak van de Portbase-services te vergroten
  • Verbreding, door zoveel mogelijk (inland) terminals en empty depots aan te sluiten op het Port Community System (PCS) van Portbase
  • Verdieping, door meer informatie beschikbaar te maken
  • Vernieuwing, door met innovatieve oplossingen te komen
  • Vertrouwen, door logistieke ketens veiliger te maken

De implementatie van de hiervoor benodigde (nieuwe) functionaliteiten vindt gefaseerd plaats en komt tot stand in samenspraak met vertegenwoordigers vanuit het havenbedrijfsleven en brancheorganisaties.

Elkaar keihard nodig

De Rijcke is namens TLN een van deze vertegenwoordigers. Hij vertelt: ‘Portbase verzocht ons enkele jaren geleden om met een visie te komen op een efficiënter achterlandtransport. Dat verzoek willigden we graag in, uiteraard, maar daarmee was ook wel een uitdaging geboren. Je gaat immers de toekomst schetsen voor een groot aantal containervervoerders. Dat brengt best een verantwoordelijkheid met zich mee.’
Door goed en regelmatig te sparren met zijn deelmarktbestuur, de visieontwikkeling te bespreken tijdens ledenbijeenkomsten van de AZV en het gesprek hierover aan te gaan met een aantal bij TLN aangesloten containervervoerders ontstond een goede indruk van wat de visie moest gaan behelzen.

Daarbij werd verder gekeken dan alleen naar het eigen belang, benadrukt De Rijcke. ‘We keken ook naar de binnenvaart en het spoor, modaliteiten die ook voor wegvervoerders steeds belangrijker worden. Daarnaast sparden we met andere partijen in de haven, zoals Havenbedrijf Rotterdam. Want natuurlijk staat bij de AZV het belang van de containervervoerder voorop. Tegelijkertijd is helder dat we het niet alleen kunnen en elkaar keihard nodig hebben om het grote gezamenlijke doel te verwezenlijken: zoveel mogelijk goederen naar Nederland krijgen en deze zo efficiënt mogelijk afhandelen in onze havens en het achterland.’

Duidelijke roadmap

Met het visiestuk op zak stapte de AZV vervolgens naar Portbase. Het legde daarmee een belangrijke basis voor de inhoud en prioritering binnen Data Fuel. ‘Een hele fijne manier van samenwerken’, zo blikt De Rijcke terug. ‘Het initiatief werd bij ons neergelegd, wij kwamen daarop terug met ons visiestuk en Portbase is vervolgens mede op basis hiervan aan de slag gegaan. Met als resultaat een duidelijke roadmap, voorzien van een heldere prioritering, zodat we precies weten wanneer we welke verbeteringen kunnen verwachten.’

Direct baat bij

Een concreet en actueel voorbeeld van zo’n verbetering is de koppeling tussen het PCS en de inland terminals/empty depots in het achterland. De Rijcke: ‘Daar hebben we het al best lang over met elkaar; al in 2019 stond dit op de agenda. En nu gebeurt het, wordt het concreet binnen Data Fuel, mede op basis van ons visiestuk.’

In de afgelopen 2 maanden zijn vijf inland terminals/empty depots aangesloten op het PCS. Daarmee is de dekkingsgraad van de Portbase-service Melding Container Achterland flink vergroot en is er veel meer sprake van een standaard werkproces, nu ook in het achterland. De Rijcke: ‘Daar wilden we naartoe en nu is het zover. Hartstikke mooi, want daar hebben we direct baat bij. Het maakt de logistieke keten nog transparanter en het helpt onze planning nog efficiënter te maken. En overigens profiteren niet alleen de containervervoerders, maar ook de betreffende inland terminals en empty depots van de aansluiting. Zij gaan bijvoorbeeld minder congestie op hun terrein ervaren en ze kunnen hun capaciteit veel beter inzetten.’

Centrale plek voor transparantie

Wat nog niet gerealiseerd is, maar waar De Rijcke wel speciale aandacht voor vraagt, is Port Alert. Ofwel de eerste stap in de ontwikkeling van een overkoepelend tijdslotsysteem in de Rotterdamse haven. Hij legt uit: ‘Steeds meer terminals en depots denken na over tijdsloten, om zodoende hun beschikbare capaciteit optimaal te kunnen benutten en de verkeerstromen op hun terrein te kunnen reguleren. Ook voor achterlandvervoerders biedt dit voordelen: je weet namelijk precies waar je aan toe bent wanneer het is gelukt om een tijdslot te reserveren.’ Maar er kleven helaas ook nadelen aan tijdsloten, stelt De Rijcke. ‘Zeker bij korte tijdsloten bestaat bij planners de neiging om meer tijdsloten te boeken dan strikt noodzakelijk. Dit doen ze puur uit voorzorg, vanuit de vrees niet (tijdig) terecht te kunnen bij een terminal of depot. Dit gedrag werkt een groot aantal no-shows in de hand, wat weer ten koste gaat van de beschikbare capaciteit op een terminal of depot. Dat maakt dat planningen telkens moeten worden aangepast en er wachttijden bij terminals en depots ontstaan.’

Om te voorkomen dat containervervoerders daardoor minder ritten per dag kunnen rijden en de Rotterdamse haven op termijn mogelijk marktaandeel verliest, zou een overkoepelend tijdslotsysteem uitkomst bieden, aldus De Rijcke. ‘Want daarmee creëer je op een centrale plek transparantie over capaciteit, bezetting en (verwachte) afhandeling bij terminals en depots in de Rotterdamse haven. En op basis van deze transparantie kunnen planners slimmere keuzes maken.’

De doorontwikkeling van Port Alert staat gepland vanaf het laatste kwartaal van dit jaar.

Dwingend op toezien

De Rijcke, tot slot: ‘Laat helder zijn: vanuit de AZV staan we volledig achter de beweging die met Data Fuel is ingezet. Maar tegelijkertijd is helder dat de uitrol van dit programma geen negatief effect mag hebben op onze dagelijkse operatie, ook niet tijdelijk. Het is daarom belangrijk om de implementatie zo optimaal mogelijk te begeleiden, om alle betrokkenen tijdig en voldoende mee te nemen in de verbeteringen die worden doorgevoerd vanuit Data Fuel en wat daarvoor moet gebeuren/nodig is. Wat mij betreft, mag Portbase daar vanuit haar centrale, neutrale en faciliterende rol in de haven heel dwingend op toezien, uiteraard in afstemming met alle betrokkenen, om er op die manier voor te zorgen dat deze belangrijke voorwaarde in het implementatieproces wordt geborgd.’

Andersom ligt er volgens De Rijcke ook een duidelijke verantwoordelijkheid bij de ketenpartijen zelf. ‘Alles staat of valt bij de bereidheid om goede en relevante data met elkaar te delen.’ De Rijcke hoopt dan ook dat zoveel mogelijk partijen aanhaken bij Data Fuel. ‘Efficiënt containervervoer is immers afhankelijk van meerdere partijen. Alleen samen bereik je het optimum.’